Biografie

We kennen allen wel iemand die zijn hele leven in zijn geboortestad woonde en werkte. Op het eerste zicht een “fait divers” . Als je echter meerdere decennia het grootste gedeelte van je grafisch- en literair talent aan diezelfde geboortestad wijdt, ligt dit reeds heel wat minder voor de hand.

Karel Rosier zag het levenslicht in Geraardsbergen op 1 oktober 1906. Als jonge man reeds klopte zijn hart sneller voor alles wat er op plaatselijk vlak gebeurde. Uit de symboliek van zijn grafisch werk, en de achtergrond van zijn literair werk blijkt daarbij nog een ontegensprekelijke interesse voor de ruime wereld rondom hem.

Begenadigd diegene die, om zich te uiten, niet moet wachten op de inbreng van de massa rond hem, maar zijn eigen gang kan gaan en aan de hand van een schilderij, een tekening, een ets, een gedicht of een verhaal meegeeft wat hij voelt, zijn stemming laat blijken en aan latere generaties op die manier een sfeerbeeld meegeeft van een veranderende samenleving, van ontroerende, vreugdevolle en soms trieste persoonlijke gebeurtenissen.

Karel Rosier had die gaven en heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt. Een scherpe opmerkingsgeest, een wakkere nieuwsgierigheid, een niet echt kwetsende ironische ingesteldheid, een gezond gevoel voor humor en een drang naar extern contact zorgden er tevens voor dat er rond zijn persoon een ruime kring ontstond van vrienden, bewonderaars, geestesgenoten voor wie het steeds opnieuw uitkijken was naar een ontmoeting met de kunstenaar – filosoof.

Het is geen hoogdravende kunst, vooral in zijn beginperiode waarin hij nog tastend zijn te volgen weg zoekt, herkent men de ontluikende kunsttenaar, die het onderwerp met liefde heeft aanschouwd. Karel was niet het verleden, noch van de toekomende tijd. Hij was zichzelf en dit is van alle tijden. Karel verwoorde dit als volgt, ”We leven in een tijd van zoeken, en wat de schilderkunst betreft, zoekt men naar andere onderwerpen en technieken, maar ik weet met zekerheid, dat men veel waarden welke men moeizaamheeft heeft veroverd en honderdejaren hebben gevergt, zeer al te zeer van kant laat liggen.”

Zuid Vlaanderen in houtsneden verheerlijkt

Toen Karel Rosier nog genoot van de sfeer in en rond De Cocanne was een bezoek aan de veelzijdige kunstenaar telkens opnieuw een ontmoeting waar menigeen naar uitkeek.

In het begin van de winter als de wind meester was op de barre hoogten tussen Vlaanderen en Wallonië met aan de ene kant de Dendervallei en aan de andere kant in de verte Lessines borrelden soms sombere gedachten op . Hij voelde zich niet echt lekker in dit koud-kille weer, zag er moe en moedeloos uit. De levensverhalen die hij vertelde leunden meestal bij die stemming aan, levensverhalen die je als luisteraar nochtans altijd boeiden, ook een inzicht gaven in moeilijke momenten die hij samen met Ludwina, zijn echtgenote, meegemaakt had.

In de lente, als de zon de aankomende warme zomer aankondigde was de sfeer anders. Je werd dan welkom geheten door de “OLIJKE, VROLIJKE VOLKSFILOSOOF” een beeld dat hem meegegeven werd door wijlen Renaat Van der Linden die opmerkte dat Karel met zijn glimlach, zijn grimlach en zijn galgenhumor de hele maatschappij, van hoog tot laag bij zijn werk betrekt en hen tevens bereikt. “.... Je bent en beleeft de weerspiegeling van gedachten, uitingen en daden sinds zovele jaren. Je werk is een synthese en analyse van onze beroerde tijden......” Tot daar R. Van der Linden. Als men de tijd van toen (1982) reeds “beroerd” noemde kan men zich afvragen hoe Karel de wereld van vandaag zou voorgesteld hebben in zijn grafisch werk, hoe scherp realistisch hij zijn eigen mening in verzen en gedichten zou neergepend hebben. Enkele van zijn vaste dagtaken na het schilderen bestond er in, ‘s morgens houtsneden maken en ’s avonds zich te verdiepen in lectuur, schijven van toneelwerken of gedichten .

Deze korte inleiding leidt ons naar de inhoud van het prachtig boek van K. Rosier met name “Naer ’t leven” (gedichten, gedachten en houtsneden), een werk dat aansluit bij vorige publicaties zoals:

• HET LEVEN VAN EEN KLEINE STAD - Historische gedichtenbundel
• KWATRIJNEN EN FIORITUREN
• GERAARDSBERGSE SPREUKEN EN GEZEGDEN
• RANDSCHRIFTEN ROND DE OUDENBERG - Heemkunde

Toneelwerken:

• Nonkel uit Amerika – 1953 - Blijspel in één bedrijf.
• Geeraert van Hunneghem - Historisch drama, ( 1068 ) in drie bedrijven.
• Willem Rijnvisch - historisch drama, ( 1478 ) in drie bedrijven.
• De Koning komt - comédie in drie bedrijven, ( 1903 ) in proza.
• De Reuzen revue - blijspel in één bedrijf.
• De Sekretaris
• Volle maan in Sint Adriaan
• Sneeuwzwart
• De bekoring van Sint-Antonius

Enkele overwegingen van K. Rosier:

• Het is met gedachten als met kwakkels, men moet ze vasthouden of ze zijn weg
• Leven, geef me mijn geloof terug.
• De Vlamingen waren reeds van alles, alleen nooit zichzelf.
• De dame die een edelsteen op haar borst draagt ziet die niet, ik wel, ik ben rijker dan zij.
• Die heden in het water valt sterft geen verdrinkings-, maar wel een vergiftigingsdood.
• Al wat niet duurt kan ik niet verdragen.
• Zet een clown achter een bureau, en hij kan niet meer lachen.
• Ik ben gedurig ziek maar genees altijd, een teken dat ik gezond ben.

Opleiding :

Vanaf 1920: avondlessen aan de Stedelijke Academie voor Teken- en Bouwkunst in de Buizemontstraat te Geraardsbergen.
Van 1931 tot 1933: Privé lessen aan de Hogere Kunstschildersschool van Oscar Hoge te Gent.
Van 1932 tot 1934: volgde hij schilderkunst aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten te Aalst (leraar: Maurits Schelck)

Kunstenaarsloopbaan :

Tussen 1929 en 1931 komen zijn eerste werken tot stand in een atelier in de Schillebeekstraat te Geraardsbergen.
1933: Huwelijk met Godelieve Ludwina Philips. (afkomstig uit Puurs)
1938: Het echtpaar trekt naar De Cocanne aan de Hoge Buizemont te Geraardsbergen.
1975: T.V. uitzending Beentje Buiten met aandacht voor het werk van Karel Rosier.
Vanaf 1960: publicatie van meerdere dichtbundels en literaire werken, waaronder een groot deel houtsneden en gedichten verschenen zijn in het weekblad “De Schakel – Kontakt”.